Op deze pagina vind je antwoorden op veelgestelde vragen over de jaarrond tuintelling.
Staat jouw vraag er niet tussen, neem dan gerust contact met ons op.
Mag ik ook mijn natuurgebied in de buurt tellen?
Tellingen in een natuurgebied buiten je stad of dorp vallen niet binnen de Jaarrond Tuintelling, hier zijn andere tellingen voor, bijvoorbeeld bij Sovon. In principe tel je alles wat je vanuit je eigen tuin kunt zien. Omdat we precies weten waar de tuinen liggen komen zo ook de overgangsgebieden (bijvoorbeeld aan de rand van een dorp) mooi in beeld. Voor een schoolplein of park binnen de bebouwde kom geven tellingen een mooie aanvulling op de tuinen in het stedelijk gebied, dus daar mag je zeker tellingen voor doorgeven.
Wat is de meerwaarde van een tijdstiptelling?
Bij de Jaarrond Tuintelling hebben we 2 soorten tellingen: de weeklijst en de tijdstiptelling. Een tijdstiptelling is naast de weeklijst heel belangrijk omdat deze - naast het voorkomen van soorten in je tuin - inzicht geeft in de aantalsverandering van soorten in je tuin.
Door een afgebakende tijdsduur te kiezen voor de telling, zijn gegevens van verschillende tellingen beter met elkaar te vergelijken. Hierdoor kunnen we op de lange termijn uitspraken doen over mogelijke aantalsveranderingen van soorten, en zelfs trends van populaties in kaart brengen. En dat is weer erg belangrijke en aanvullende informatie voor de bescherming van onze flora en fauna.
Waarom is vaak tellen zinvol?
Het is belangrijk en zinvol om het hele jaar door te tellen, omdat we zo een beter beeld krijgen van welke soorten gebruik maken van tuinen gedurende het jaar. Door te blijven tellen, krijgen we ook meer zicht op de verschillen in tijd en per regio.
Kan ik tellingen van een paar weken/maanden geleden ook nog invoeren?
Jazeker, heel graag zelfs. Als je kiest voor weektelling of tijdstiptelling, moet je eerst de datum bevestigen. Selecteer de dag waarop of week waarin je de waarnemingen hebt gedaan en geef je tellingen door.
Moet ik mijn waarnemingen dubbel doorgeven als ik meedoe aan een evenementtelling?
Nee, dat hoeft niet. Je kunt de spinnen, vlinders, vogels en andere soorten die je ziet tijdens een evenementtelling ook via de weektelling of de tijdstiptelling doorgeven. Om het voor zoveel mogelijk tellers zo gemakkelijk mogelijk te maken is de extra telmogelijkheid gemaakt.
Overvliegende vogels vind ik niet terug in mijn top 10
Klopt. De vogels die u heeft ingevoerd als overvliegend zullen niet in uw top 10 verschijnen. De database maakt aan de achterkant namelijk onderscheid tussen soorten die in/om de tuin gezien zijn en de soorten die overvliegend zijn waargenomen. Aangezien soorten die als overvliegend worden aangemerkt geen directe binding hebben met je tuin worden ze ook niet als dusdanig opgeslagen. Ze zijn wel in de database opgeslagen, en terug te vinden bij je resultaten. Maar verschijnen niet in je tuinlijst omdat ze in principe niet direct tot de tuinlijst behoren.
Hoe moet ik planten invoeren?
Planten in de tuin staan er vaak het hele jaar. Voor de analyse is het vooral zinvol om te weten welke veranderingen wanneer optreden. Daarom hanteren we de volgende richtlijnen voor het invoeren van planten.
1. Gehele lijst eenmaal per jaar
2. Fenologie van een selectie van soorten gedurende het jaar
3. Nieuwe soorten toevoegen aan jaarlijst
Lees meer over het invoeren van planten op www.tuintelling.nl/hoe-werkt-het/planten
Waarom moet ik elke keer dezelfde soorten, die week op week in mijn tuin voorkomen, invoeren?
Het lijkt niet erg interessant om keer op keer die 2 merels die standaard in je tuin voorkomen in te voeren. En elke keer weer die nagenoeg zelfde weeklijst door te geven. Toch is het wel degelijk interessant en van belang dat juist die standaard soorten op langer termijn worden doorgegeven. Om iets te kunnen zeggen over het met een bepaalde soort in Nederland gaat hebben we lange reeksen tellingen nodig om uiteindelijk een zogenaamde trend te kunnen bepalen. Door met regelmaat en langdurig te blijven tellen kunnen we zien of het landelijk of provinciaal en zelfs lokaal bepalen hoe het met soorten over een langere periode gaat. Dus ook wanneer elke keer dezelfde 2 merels in jouw tuin voorkomen, en dat tezamen met alle andere tuinen die meetellen, zegt dat iets over hoe het met de merels gaat. Blijven ze stabiel, nemen ze af of juist toe en wanneer vind er een verandering of verschuiving plaats? Om dit te kunnen beantwoorden hebben we dus voortdurend gegevens uit jouw tuin nodig.
Naast het geregeld doorgeven van zogenaamde standaard soorten in jouw tuin is het ook interessant om goed te blijven kijken in je tuin. Naar mogelijke nieuwkomers, maar ook wanneer komen bepaalde soorten in de tuin voor? Zoals gierzwaluwen, wanneer zie je ze voor het eerst boven je tuin gieren en wanneer zijn ze weer richting Afrika vertrokken?
Dus graag alles doorgeven!
Wat is de waarde van al die tuintellingen?
Omdat er op veel plekken in Nederland op een vergelijkbare manier wordt geteld, krijgen we naar verloop van tijd een steeds beter inzicht in welke soorten en in welke aantallen in de Nederlandse tuinen voorkomen. Eventuele veranderingen worden dus op de voet gevolgd. Hoe meer mensen er mee doen, hoe beter we hierover uitspraken kunnen gaan doen.
Wat is het verschil tussen een Weektelling en een Tijdstiptelling?
Een weeklijst geeft zicht op de aanwezigheid van soorten en geeft daardoor een beeld van de trendontwikkeling op langere termijn. Het is een lijst van soorten die je gedurende de week gezien hebt in je tuin. Bij de weeklijsten gaat het om wat er aan soorten in je tuin voorkomt. Door dit regelmatig door te geven krijgen we een mooi beeld van waar welke soorten wanneer voorkomen in tuinen. Aantallen per soort doorgeven mag, maar hoeft niet.
Een tijdstiptelling geeft naast het voorkomen van soorten in je tuin ook inzicht op de aantalsverandering van soorten in je tuin. Omdat je via een vaste tijd controle hebt over de telinspanning (je kiest zelf een tijdsduur bij een tijdstiptelling in tegenstelling tot een weeklijst), hoef je daarvoor niet te corrigeren als je tellingen vergelijkt. Wanneer je regelmatig tijdstiptellingen in je tuin doet, krijgen we een beter beeld van de mogelijke aantalsveranderingen van soorten. En op langer termijn mogelijke trends van populaties. En dat is weer erg belangrijke informatie voor de bescherming van onze flora en fauna.
Voor beide tellingen geldt hoe regelmatiger en gelijkmatiger je telt hoe betrouwbaarder en bruikbaarder de gegevens worden. En wanneer je zowel op regelmatige basis een weeklijst bijhoudt en een tijdstiptelling doet geeft dat het meest complete beeld van jouw tuin.
Ik tel soms elke week en dan weer 2x per maand en op een wisselend tijdstip. Is dat een probleem?
De ene maand of week tel je misschien vaker dan een andere maand of week. En mogelijk ook nog op verschillende tijden. Dat is op zich geen probleem. We kunnen daarvoor namelijk corrigeren bij de analyse als je weergeeft wanneer en hoe lang je telt. Uiteraard is het beter voor de resultaten als het aantal keer per maand en tijdstip zoveel mogelijk gelijk blijft maar het hoeft niet per se.
Mocht je op vakantie gaan dan is het dus ook geen probleem als je even een keer niet telt, als je maar met regelmaat blijft tellen bij terugkomst van je vakantie.
Mag ik alles tellen wat ik zie vanuit mijn tuin (dus ook de kauwtjes op het dak van de buren?
Ja, dat mag. In principe mag je alles wat je vanuit je tuin, met het blote oog kan zien, invoeren. Of dit nu vogels zijn die op het dak bij de buurman zitten, of in het naastgelegen park of weiland. Zo krijgen wij een completer beeld van wat er in jouw omgeving voorkomt, dan wanneer je je beperkt tot wat je ziet alleen in jouw eigen tuin. In combinatie met kaarten en gegevens die in onze database staan en dankzij de gegevens die je bij je tuinprofiel hebt ingevuld, weten wij vrij goed in wat voor soort gebied je telt.
Geeft dit niet een verkeerd beeld? Nee, het gaat er om dat je steeds hetzelfde uitzicht hebt en telt in dezelfde straal (hetzelfde bereik neemt). Probeer voor jezelf een grens te trekken tot waar je soorten goed met het blote oog kunt waarnemen. Een verrekijker gebruiken om een soort goed te determineren kan natuurlijk geen kwaad.
En soms zit de kauw bij buren, soms bij jou. Dat is dus geen probleem.
Hoe omgaan met twee vogels van dezelfde soort waarvan er 1 overvliegt en 1 zich in de tuin bevindt?
Meestal is overvliegend ook ‘ter plaatse’ (dat betekent dat de vogel binding heeft met je tuin) en dus kun je de waarneming van beide vogels over het algemeen invoeren als in/om de tuin. Een paar concrete voorbeelden: een grote groep kauwtjes die in de buurt rond hangt, wordt gezien als in/om de tuin. Ook een sperwer die al laag door de tuin voorbijscheert is min of meer in/om de tuin omdat hij aan het jagen is.
Er zijn echter uitzonderingen waarbij het bovenstaande niet opgaat. Wanneer je bijvoorbeeld een gans in je tuin ziet en tegelijkertijd zie je hoog in de lucht een groep trekkende ganzen overvliegen is het niet correct om deze samen als ‘in/om mijn tuin’ in te voeren. De overvliegende ganzen hebben immers geen binding met jouw tuin. In een dergelijk geval is de waarneming in/om jouw tuin belangrijker (je telt dus die ene gans in jouw tuin, niet de overtrekkende groep).
Ik heb uitwerpselen van een soort gevonden. Mag ik de soort nu invoeren?
Het is vaak lastig om op om basis van uitwerpselen een soort definitief vast te stellen. Daarom is het niet mogelijk om op basis van uitwerpselen soorten in te voeren, een soort moet dus daadwerkelijk gezien of gehoord zijn.
Hoe selecteer ik de soort die ik wil invoeren? Of de soort die ik wil invoeren staat er niet bij?
1) Op de invoerpagina staat een groot aantal soorten onder elkaar. Dit zijn veel voorkomende soorten van de soortgroep die je hebt geselecteerd. Je kunt hier doorheen scrollen en als je de soort herkent op het plusje klikken om de soort toe te voegen.
2) Je kunt ook in het zoekvenster boven de soortenlijst direct de soortnaam intikken. De soort wordt dan getoond. Dit is bijvoorbeeld handig als je de soort er niet tussen ziet staan.
3) Verschijnt de soortnaam ook niet in het zoekvenster wanneer je deze intypt? Het is mogelijk dat de soort die je gezien hebt niet is opgenomen in de tuintellinglijst, omdat deze soort bijvoorbeeld niet veel voorkomend in tuinen is of lastig te determineren is.
Er komen duizenden soorten planten, insecten en andere dieren in Nederland voor. De focus van de tuintelling ligt bij de meest veelvoorkomende soorten in tuinen. We willen onder andere in kaart brengen hoe het met de gewone tuinsoorten gaat en waar en wanneer en hoe vaak ze in tuinen voorkomen. Hier is nog maar weinig over bekend.
Ik zie meerdere keren per week dezelfde soort. Moet ik deze nu optellen?
Nee, tel waarnemingen niet bij elkaar op. Noteer per soort het hoogste aantal dat je tegelijk in jouw tuin gezien hebt. Op deze manier voorkom je dat je dezelfde vogel, vlinder of andere soort dubbel telt.
Voorbeeld:
- Je ziet vijf verschillende keren 1 merel. Voer dan voor die week 1 merel in.
- Je ziet één keer 5 merels tegelijkertijd. Voer dan voor die week 5 merels in.
- Je ziet één keer 3 merels, één keer 1 merel en één keer 5 merels tegelijk. Voer dan voor die week 5 merels in.
Uitzondering:
Bij sommige soorten is het geslacht goed te onderscheiden (zoals bij een vink of merel). Bijvoorbeeld:
- Je ziet 1 mannetjes merel
- Je ziet 10 minuten later 1 vrouwtjes merel
Je weet nu zeker dat er (minimaal) 2 merels in je tuin voorkomen. Wanneer je zeker bent van je zaak kun je, ondanks dat je ze niet tegelijkertijd hebt gezien, toch een telling van 2 merels doorgeven.
Ik hoor een soort maar zie hem niet. Telt deze dan wel mee?
Jazeker! Een waarneming kan zowel op zicht gedaan worden als op gehoor. Dit geldt zeker voor vogels. Of je de soort nu ziet of hoort, in beide gevallen is het een waarneming.
Kan ik meer informatie doorgeven, zoals weersomstandigheden of aanwezigheid van vogelvoer?
Bij iedere soort kun je per telling meer informatie invoeren via het tekstvak. Klik op ‘extra informatie invoeren’ om het vak te tonen. Bijvoorbeeld weersomstandigheden. Ons databasesysteem en dus de resultaten worden achter de schermen waar nodig gekoppeld aan allerlei gegevens, waaronder weersomstandigheden zoals bijvoorbeeld hevige sneeuwval. Deze gegevens zijn belangrijk voor het interpeteren van de gegevens. Dit gebeurt echter alleen op grote schaal en niet op tuinniveau.
Mag ik soorten die boven mijn tuin vliegen ook invoeren?
Een aantal soorten, zoals zwaluwen, vangen hun eten in de lucht. Deze hebben dus een binding met de locatie en tellen wel degelijk mee als soorten die in je tuin zitten. Onder binding verstaan wel soorten die gebruik maken van je tuin voor bv. foerageren. Bij het invoeren kun je aangeven of soorten overvliegen of niet. Bij zwaluwen geef je dus aan dat ze in je tuin zitten, wanneer ze in de lucht insecten aan het zoeken zijn. Komt er echter een groep grauwe ganzen overgevlogen in de trekperiode dan geef je aan overvliegend. Deze groep ganzen hebben geen direct binding met jou tuin. Wanneer een waarneming als overvliegend is aangemerkt, komt deze vervolgens niet in je tuinlijst (grauwe ganzen hebben immers geen binding met je tuin) te staan maar wordt uiteraard wel in onze database opgenomen.
Wat als ik een waarneming heb doorgegeven, maar me achteraf realiseer dat ik een fout heb gemaakt?
De wetenschappers gebruiken methoden om fouten binnen de ingevoerde data te kunnen corrigeren, maar als je de fout zelf signaleert is het altijd goed om dit door te geven via Contact.
Moet ik een ervaren teller zijn om mee te doen?
Nee, helemaal niet. De tuintelling is bedoeld voor alle mensen van alle leeftijden en ongeacht het ervaringsniveau. Het enige wat nodig is, is wat tijd willen investeren in het doorgeven van waarnemingen.
Mijn foto wordt gedraaid weergegeven, hoe pas ik dit aan?
Foto’s die gemaakt zijn met een telefoon worden geplaatst op de manier zoals ze zijn gemaakt, in sommige gevallen is dit gedraaid. Wanneer de automatische rotatie aanstaat, draait de camera niet echt de foto, maar geeft deze wel een code mee dat deze geroteerd moet worden weergegeven. Na het nemen van de foto is dit niet meer aan te passen. Een oplossing is het uitzetten van de automatische rotatie. Er is ook een aantal fototoestellen met een automatische rotatiefunctie.
Krijg ik altijd een melding als iemand heeft gereageerd op mijn bericht?
Nee, niet altijd. Als iemand reageert op een reactie (via beantwoord) onder jouw bericht krijg je daar nu geen melding van. We zouden natuurlijk het liefst Facebook nabouwen, maar die middelen hebben we niet. Op dit moment zijn de meldingen daarom zo simpel mogelijk opgebouwd en gekoppeld aan een interactie van twee personen. Een voorbeeld:
1. Teller Jan plaatst een bericht. Teller Marie reageert: Jan krijgt een melding
2. Teller Piet reageert op het bericht van Jan: Jan krijgt een melding, Marie niet
3. Teller Piet reageert op de reactie van Marie via beantwoord): Marie krijgt een melding, Jan niet
Hoe vind ik andere tellers?
Je kunt andere tellers op verschillende manieren vinden:
1. Via de zoekfunctie rechts bovenin
2. Door te klikken op het kaartje op de homepage
Kan ik m’n account afschermen voor anderen?
Via ‘mijn profiel’ kun je wijzigingen aanbrengen in je profiel door te klikken op ‘wijzigen’ (naast je naam).
Op de vervolgpagina kun je je profiel op prive zetten. Vergeet niet je wachtwoord ter controle in te vullen!
Hoe volg of ontvolg ik iemand?
Als je naar de tijdlijnpagina gaat van een andere teller, zie je links in de headerfoto een knop ‘volgen’
Hoe zie ik de tijdlijn met alle berichten van de mensen die ik volg?
Er zijn twee typen tijdlijnen:
1. Elke deelnemer van de Jaarrond Tuintelling heeft een eigen persoonlijke tijdlijn. Hierop worden automatisch de activiteiten bijgehouden, zoals ingevoerde tellingen. Deze vind je door op je eigen naam te klikken of op de knop ‘tijdlijn’
2. De ‘interactieve tijdlijn’ geeft je eigen berichten én die van de tellers die je volgt weer. Deze bereik je door op ‘tijdlijn’ te klikken in je navigatie
Hoe koppel ik een foto aan mijn tuinprofiel?
Je kunt een foto uploaden via je tijdlijn. Als je het knopje ‘tuinfoto’ aanvinkt, wordt de foto vervolgens getoond bij je tuinprofiel
Ik kan geen foto’s uploaden via m’n iphone of ipad
Het is helaas niet mogelijk om een foto te uploaden met een oudere versie van iOS. Dit ligt aan het besturingssysteem van iOS. Probeer het gerust nog eens na een update van je iOS-device naar versie 11 of hoger.
Waar worden mijn foto’s voor gebruikt?
De foto’s die je uploadt blijven jouw eigendom. Tuintelling.nl mag je foto’s wel gebruiken voor Tuintelling.nl, de digitale nieuwsbrief en social media.
Bij gebruik voor drukwerk nemen wij eerst contact op met de fotograaf. De foto’s zullen niet voor publicatie aan derden worden gegeven.
Hoe voeg ik een foto toe aan een waarneming?
Heb je een mooie foto gemaakt van de waarneming? Je kunt ons helpen om de kwaliteit van de telling te verbeteren door bij iedere getelde soort een eigen foto van deze waarneming toe te voegen. Zorg dus dat dit geen foto is van een eerdere waarneming.
Om een foto toe te voegen aan je waarneming ga je eerst naar het overzicht van je ingevoerde tellingen. Vervolgens kun je per soort een foto toevoegen door op het icoontje te klikken.
Komt er ook een App?
Er is nu nog geen speciale Jaarrond Tuintelling app beschikbaar. De website is zo gemaakt dat deze responsive is, dat wil zeggen zich aanpast aan en dus prima bruikbaar is op zowel desktop, laptop, tablet of smartphone. Het invoerveld is zo gemaakt dat deze zelfs op het kleinste smartphone scherm goed leesbaar en bruikbaar is. Zodat je al struinend door de tuin via je telefoon of tablet de gegevens meteen kunt invoeren.
Tevens kun je tuintelling.nl gemakkelijk als icoontje op je scherm zetten, door de website in je ’ beginscherm op te slaan’. Mogelijk dat we in de toekomst alsnog een app ontwikkelen mocht dit nog meer voordelen opleveren.
Hoe pas ik mijn weeklijst aan?
- Ga naar je profielpagina (je gebruikersnaam staat bovenaan de pagina, boven Home).
- Onder je tuin staat een linkje ‘bekijk tellingen’. Klik daarop.
- Kies de telling die je wilt bewerken
- Je ziet nu een knop ‘bewerk deze telling’
Locatie aanmaken lukt niet
Een enkele deelnemer krijgt bij het aanmaken van de locatie de melding ‘Geen locatie’.
Dit heeft te maken met postcode en huisnummer. Je kunt dit oplossen met je muis een stip te plaatsen op het kaartje
Hoe kan ik de resultaten bekijken?
Als je bent ingelogd, kun je je eigen resultaten bekijken door op je profielnaam te klikken.
Wat gebeurt er met mijn gegevens?
De ingevoerde waarnemingen komen in een database waar de betrokken Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (Sovon, Vlinderstichting, Zoogdiervereniging, EIS, RAVON) toegang toe hebben. Zij analyseren de gegevens en kunnen na een tijdje uitspraken doen over hoe het gaat met soorten in de Nederlandse tuinen.
Wat moet ik doen met de melding dat er vragen over m’n waarneming open staan?
De tellingen van de Tuintelling komen in de NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna) terecht. Daar controleren zogenoemde validatoren afwijkende gegevens, bijvoorbeeld als er een waarneming van een soort is gedaan die zeer onwaarschijnlijk is in een bepaalde periode van het jaar.
Als een validator aanvullende informatie wil bij een waarneming of op basis van de aangeleverde informatie een andere soort voorstelt, kan hij/zij een melding binnen de NDFF-omgeving maken. Dit zie jij als tuinteller als melding terug in je logboek. Als je hierop klikt, zie je de vraag en kun je reageren.
Waarom staan niet alle nachtvlinders in de lijst?
De vlinders in Nederland zijn ingedeeld in dagvlinders (ongeveer 55 soorten in NL) en nachtvlinders (ongeveer 2000 soorten in NL). De nachtvlinders worden vervolgens weer onderverdeeld in de zogenaamde ‘kleine vlinders’ (of wel microlepidoptera of micro’s) - 1480 soorten. De overige 600 zijn grotere nachtvlinders, ofwel macro’s. De scheiding tussen micro’s en macro’s is heel onnatuurlijk, omdat er geen wetenschappelijke grond bestaat. Beide groepen zijn in de loop der tijd gekozen door verzamelaars die de families met de minder populaire kleinste vlinders van de meer populaire grotere vlinders scheidden.
De laatste decennia is daar verandering in gekomen. Zowel de macro’s als de micro’s worden tegenwoordig door veel enthousiaste amateurs en specialisten wereldwijd bestudeerd. Desalniettemin heeft De Vlinderstichting nog steeds weinig expertise op dit gebied. Af en toe maken we een uitzondering, zoals voor het muntvlindertje of de bonte brandnetelmot, want die komen veel in tuinen voor. Omdat voor de meeste soorten geldt dat ze met het blote oog niet op naam te brengen zijn, kiezen we er nu voor om, op een paar uitzonderingen na, de microvlinders niet in de soortenlijst te zetten. Het zou namelijk leiden tot heel veel verkeerde determinaties, en dat willen we voorkomen. Mocht je toch een suggestie hebben voor het toevoegen van een soort waar geen verwarring over is; laat het ons dan weten! We kunnen altijd kijken wat we kunnen doen.
Lees meer over nachtvlinders op de website van De Vlinderstichting.
Insecten: welke tellen en welke niet?
Er zijn in Nederland ongeveer 20.000 insectensoorten bekend en daarnaast nog honderden andere geleedpotigen en duizenden andere ongewervelden. Het is voor de Jaarrond Tuintelling niet nodig en mogelijk om al deze soorten te tellen. De Jaarrond Tuintelling richt zich op een beperkt aantal van de meest voorkomende tuinsoorten.
Waarom maar een beperkt aantal soorten insecten tellen?
Sommige diergroepen (ook soms algemene insecten) zijn niet in de telling opgenomen, omdat het niet of nauwelijks mogelijk is om deze soorten in de tuin of van een foto goed te determineren. Denk hierbij aan dieren als soms 10-tallen en soms 100-tal verschillende soorten mijten, springstaarten, bladluizen, dansmuggen en sluipwespen.
De goed herkenbare soorten kunnen wel worden ingevoerd. Toch blijft het oppassen, want in de insectenwereld heeft bijna elke soort wel een paar soorten die er heel veel op lijken. Zelfs de gemakkelijk te determineren soorten als aardhommel, schaatsenrijder en zevenstippelig lieveheersbeestje. Voor de soortlijst hebben we daarom altijd die soort gekozen die het meest in tuinen is te vinden.
Ik weet niet zeker of ik de soorten herken. Heeft meedoen wel zin?
Zelfs als je nog niet alle soorten kent, kun je meedoen. Ook als je weinig ervaring hebt met tellen kun je meedoen. Om iedereen op weg te helpen, hebben we een apart onderdeel op de website staan over de herkenning van soorten. En als je er niet uitkomt en je hebt wel een mooie foto gemaakt, dan kun je in je telling aangeven dat je hulp wilt bij de determinatie. Lees daar meer over op de Hoe werkt het pagina van Onbekende soorten.
Hoe moet ik planten invoeren?
Planten in de tuin staan er vaak het hele jaar. Voor de analyse is het vooral zinvol om te weten welke veranderingen wanneer optreden. Daarom hanteren we de volgende richtlijnen voor het invoeren van planten.
1. Gehele lijst eenmaal per jaar
2. Fenologie van een selectie van soorten gedurende het jaar
3. Nieuwe soorten toevoegen aan jaarlijst
Lees meer over het invoeren van planten op www.tuintelling.nl/hoe-werkt-het/planten
Kan ik een foto voor determinatie toesturen?
Nee, er is geen manier om de foto’s direct naar ons toe te sturen. Maar je foto uploaden als onbekende soort tijdens een telling kan wel! Hierdoor komt de soort terecht op de Onbekende soorten pagina, een plek waar alle tuintellers kunnen reageren op elkaars foto’s en zo samen uitvogelen welke dieren er in de tuin komen. Lees er meer over op de Hoe werkt het pagina.
Ik weet niet zeker of ik de soorten herken. Heeft meedoen wel zin?
Zelfs als je nog niet alle soorten kent, kun je meedoen. Ook als je weinig ervaring hebt met tellen kun je meedoen. Om iedereen op weg te helpen, hebben we een apart onderdeel op de website staan over de herkenning van soorten.
Ik wil graag meer diersoorten naar mijn tuin lokken en ze een handje helpen. Hoe doe ik dat?
Ga dan naar de Tips & Tricks pagina voor meer informatie over het natuurvriendelijk(er) inrichten van de tuin.